[ Pobierz całość w formacie PDF ]

sprzeciw siÄ™ evenmin, noch
sprzeciwić sie tegenspartelen, tegenstreven
sprzeczka kwestie, strijd, twist, dispuut
sprzeczny inconsequent
sprzedaj overdoen, verhandelen, tappen
sprzedawać verkoop, vervreemding
sprzedawać overdoen, verhandelen, tappen
sprzedawać (papiery wartościowe) handelen, handeldrijven, zaken doen
sprzedawca kruidenier
sprzedawca zakenman, handelaar, koopman
sprzedawca gazet i czasopism zakenman, handelaar, koopman
sprzedawca kwiatów verkoper
sprzedaż beschikking
sprzedaż verkoop, vervreemding
sprzedaż detaliczna in het groot
sprzedaż wiązana verkoop, vervreemding
sprzęcie uitrusting, accommodatie, inrichting
sprzęg interface
sprzęg równoległy wewy interface
sprzęgło grijpen, bemachtigen
sprzęt uitrusting, accommodatie, inrichting
sprzęt ijzeren
sprzęt kryptograficzny bijkomstig, bijbehorend, bijkomend
sprzęt stacji roboczej aanpakken, aan komen lopen
sprzęt zboża aanpakken, aan komen lopen
sprzęt zbrojeniowy uitrusting, accommodatie, inrichting
sprzężony conjugeren, vervoegen
sprzyjać gunst, begunstiging, genadigheid
sprzyjajÄ…cy goedgezind, toegenegen, gunstig
spuchnąć aanzwellen
spust haan van een vuurwapen
spuszczać druppel, waterdruppel
spychacz bulldozer
srebny zilveren
srebra zilveren
srebrny Argentijns
srebro zilveren
srebro w sztabach zilveren
srebrzysty Argentijns
srogi grof, bot, onbewerkt, onbehouwen, cru
srogi bar, hard, streng, duchtig, straf
srogi achtersteven, spiegel
ssać opzuigen, zuigen, lurken
ssak zoogdier
ssania wurgen, choken, worgen
stabilizacja priemen, prikken, steken, pikken
stabilization priemen, prikken, steken, pikken
stabilny stevig, vast, hecht, gevestigd
stacja stationsgebouw, station
stacja bazowa z dwoma fizycznymi gastheer
połączeniami z siecią
stacja konwersacyjna terminal
stacja nadrzędna stationsgebouw, station
stacja zdalna stationsgebouw, station
stacjonować buurt, wijk, stadswijk
stacyjka ontsteking, ontbranding
stać goed staan
stać gepast, betamelijk, passend
stada kudde, roedel
stadion stadie, etappe, overnachtingsplaats
stadko groep, kudde, schare, hoop, drift
stado vlucht, vliegtocht
stado kudde, roedel
stado (gęsi) roedel, kudde
stado (lecących ptaków kudde, roedel
stajenny bruidegom, stalknecht
stajnia stevig, vast, hecht, gevestigd
stajnia box
stal staal
stale bij voortduring, permanent, aldoor
stalowy staal
stała bestendig, constant, gestaag
stała stały bestendig, constant, gestaag
stała (wielkość) bestendig, constant, gestaag
stały aanhoudend, blijvend, bestendig
stały bestendig, constant, gestaag
stały blijvend, aanhoudend
stały beschermheilige, beschermheer
stały gestaag, constant, bestendig
stały flink, degelijk, deugdelijk, gedegen
stały stevig, vast, hecht, gevestigd
stały dostęp do Internetu flink, degelijk, deugdelijk, gedegen
stały gość/klient bestendig, constant, gestaag
stały obwód wirtualny aanhoudend, blijvend, bestendig
stamtÄ…d daar ... vandaan, vandaar, daarvan
stan conditie, voorwaarde, bepaling
stan verzekeren, beweren
stan końcowy huwelijk, echtverbintenis, echt
stan wyjÄ…tkowy crisis
stan zawieszenia verzekeren, beweren
stanąć logeren
standard regel, standaardmaat, norm
standard szyfrowania agend rzÄ…du USA proportie, verhouding, evenredigheid
standard zastrzeżony regel, standaardmaat, norm
stanik b.h., beha, bustehouder
stanik (ale nie biustonosz!) b.h., beha, bustehouder
stanowczość resolutie, motie
stanowczy gevestigd, vast, stevig, hecht
stanowczy positief, constructief
stanowić omvouwen, vouwen, plooien
stanowić (całość) afsluiten, belemmeren, afdammen
stanowić zagadkę dla uitmaken, vormen
stanowiska aanwinst, acquest, buit, prooi
stanowisko houding, stand, positie
stanowisko verzekeren, beweren
stanowisko pracy zich gedragen
stanowisko pracy werkplaats, atelier
stanowisko) stationsgebouw, station
Stany Zjednoczone Verenigde Staten van Amerika
stapiać alliage, legering, metaalmengsel
starać się pogen, trachten, moeite doen, streven
staranny duidelijk, netto, netto-
starcie afschaving
starodawny antiek, aloud, ouderwets
staroświecki ouderwets, gedateerd, uit de mode
starożytność antiek, aloud, ouderwets
starożytność oudheid
starożytny antiek, aloud, ouderwets
starożytny ouderwets, aloud, antiek
starszawy hoogbejaard, bedaagd
starszy ouder
start krauwen, scharrelen, klauwen, krabben
start aanzetten tot, activeren, aanzetten
start of header aanzetten tot, activeren, aanzetten
start zimny aanzetten tot, activeren, aanzetten
startować ponownie hel, licht, klaar
startujÄ…cy aanzetschakelaar, starter
stary vergevorderd, oud, bejaard
stary jak świat vergevorderd, oud, bejaard
starzeć się muf, adellijk, benauwd, goor, gortig
statek afzenden, verzenden, expediëren
statek pot, foedraal, bak, doos, etui, koker
statek) afzenden, verzenden, expediëren
statua beeld, standbeeld
statucie charter, handvest, vrachtcontract
statut recht
statystyczny statistiek
statystyka statistiek
Statyw huisje, schuur, keet, kraam, loods
staw louter, enkel, bloot
staw waterplas, kolk, vijver
staw (akwen) waterplas, kolk, vijver
stawać afslaan, halthouden, blijven staan
stawać (w sądzie) opdraven, opdagen
stawce stijl, paal, post, deurpost
stawiacz min mijnenlegger
stawiać czoła het hoofd bieden
stawka stijl, paal, post, deurpost
stawka ubezpieczeniowa premie, prijs
staż periode, tijdvak
stÄ…d hiervandaan, vanhier
stÄ…d als volgt
stek biefstuk, bief
stempel muntstempel
stempel pocztowy muntstempel
stenografia stenografie, steno
stenografia snelschrift, stenografie
stenografiÄ… stenografie, steno
stenograficzny naar de letter, woordelijk
step steppe
ster stuur, roer
ster stuur, roer
stereotyp gemeenplaats, cliché
sternik (na statku) binnenbrengen, loodsen
sternik na statku binnenbrengen, loodsen
sterować heerschappij, bewind, bestuur
sterować omgaan met, manipuleren, hanteren
sterować navigeren
sterować richten, besturen, dirigeren, mennen
sterowanie heerschappij, bewind, bestuur
sterowanie zaprogramowane w pamięci heerschappij, bewind, bestuur
sterowanie ze sprzężeniem zwrotnym heerschappij, bewind, bestuur
sterownik conducteur, bestuurder
sterownik wzmacniacza mocy conducteur, bestuurder
sterownik zegara supervisor, controleur, opzichter
sterta ophopen, opeenhopen, accumuleren
sterta ophopen, opeenhopen, accumuleren
sterylizować steriliseren
sterylizował steriliseren
steward intendant, opzichter, meier
stewardesa stewardess
stewardessa stewardess
stęchły vuns, vunzig, muf, duf
stękać stenen, kreunen, steunen, kermen
stępce kiel
stępiać bot, stomp
stępić bot, stomp
stępka kiel
Stężenie (roztworu) sterkte
sth do kogoÅ› verafschuwen, een afschuw hebben van
sth> coÅ› komuÅ› bijvoeglijke bepaling, attribuut
sth> do kogoÅ› aanvliegen
sth> do kogoÅ› lijken op, gelijken, lijken
sth> kimÅ› achter
sth> kimÅ› opvolgen, handelen volgens
sth> komuÅ› vergezellen, accompagneren, begeleiden
sth> komuÅ› met, tegenaan, tegen, jegens
sth> komuÅ› gelijk, vlak, effen
sth> o kimÅ› zinspelen
sth> o kogoÅ› aandachtig, attent, oplettend
sth> od kogoÅ› mijden, uit de weg gaan, ontwijken
sth> z kimÅ› zich aansluiten, lid worden, toetreden
stłuc afbreken
stłuczce bult, bochel
stłumić vernietigen, verwoesten, vernielen
stłumić onderdrukken, verdringen, opkroppen
sto honderd
stodoła loods, keet, schuur, barak
stoik stoïsch, stoïcijns
stoik stoïsch, stoïcijns
stoisko huisje, schuur, keet, kraam, loods
stoisko z gazetami box
stojak kolom, steunpilaar, pilaar, colonne [ Pobierz całość w formacie PDF ]

  • zanotowane.pl
  • doc.pisz.pl
  • pdf.pisz.pl
  • sliwowica.opx.pl
  •